“Sociale ondernemingen slagen er steeds beter in om verder vooruit te kijken, om los te komen van het hier en nu. Ze willen een duurzame impact op langere termijn. Maar daarvoor hebben ze een duidelijke strategie nodig.”
Groeilabz bestaat uit een waaier van bootcamps: sessies van telkens een halve dag waarin specialisten en ervaringsdeskundigen jouw sociale onderneming helpen versterken. Want de samenleving is continu in verandering en dus de rol van het sociaal ondernemerschap ook. Peter Depauw van Strategies and Leaders helpt ondernemers bij het bepalen van hun strategie. Stafmedewerker Leen Van Dyck van Jeugdzorg Ter Elst in Duffel was een van de deelnemers van de laatste reeks 'Strategie en leiderschap die veranderingen doen slagen'.
Hoe nodig is een initiatief als Groeilabz?
Peter Depauw: “Groeilabz wil de leiders van socialprofitorganisaties versterken door hen competenties en nieuwe inzichten aan te reiken. De opleidingssessies focussen op de hoogste nood: waar liggen sociale ondernemers echt wakker van? Wat hebben ze nodig om om te gaan met de uitdagingen van maatschappelijke verandering? Dat zijn heel diverse dingen, van het leren omgaan met een team, tot keuzes maken in je businessmodel, het beheren van financieel management of intersectorale samenwerking.”
“Ik help hen bij impactgericht ondernemen door het bepalen van een strategie. Ik hou ondernemers liefdevol een spiegel voor en reik handvaten aan waarmee ze aan de slag kunnen.”
Een sociale ondernemer heeft meer prioriteiten dan een gezond bedrijf leiden. Maakt dat ondernemen moeilijker?
Leen Van Dyck: “Moeilijker? Dat weet ik niet. Maar wel anders. De corebusiness van een sociale onderneming of organisatie is zorg- of maatschappelijk gerelateerd. Dat maakt dat we minder focussen op businessmodellen en strategieën. Dat was lang ook niet nodig omdat sociale ondernemingen met een heel duidelijke rol stevig in de maatschappij stonden. Maar tegenwoordig is alles zo hard in beweging dat je als sociale onderneming wel moet nadenken over een strategie. Dat is een zoektocht. Hoe doe je dat? Welke kaders heb je daarvoor? Hoe vertaal je dat naar de medewerkers?”
Een veranderende samenleving? Wat veranderde er dan de afgelopen jaren voor Jeugdzorg Ter Elst?
Leen Van Dyck: “Wij zijn een organisatie in de bijzondere jeugdhulp met tien residentiële leefgroepen en 160 medewerkers. In de jeugdzorg werd vroeger hard ingezet op residentiële opvang en hulp. Maar de jeugdzorg is vandaag erg in beweging, en maar goed ook. Met minder focus op die residentiële hulp en meer samenwerking tussen de verschillende spelers binnen de hulpverlening. Daarom moeten wij nadenken over onze rol in dat geheel.”
Peter Depauw: “Het is een evolutie die we zien in de meeste ngo’s en socialprofitorganisaties: in plaats van te werken naar resultaten op korte termijn, willen ze impact op langere termijn. Daar help ik bij door mee die strategische focus te bepalen zodat ze impactgerichter tewerk gaan. Een concreet voorbeeld? Je kan de vraag stellen of een natuurorganisatie het ene na het andere klein bos moet proberen redden. De impact kan groter zijn als zo’n organisatie dieper ingaat op één dossier en een campagnestrategie uitwerkt, aan beleidsbeïnvloeding doet, een draagvlak creëert en zo meer.”
Hoe weet je als organisatie waar jouw focus ligt en welke de juiste strategie is?
Peter Depauw: “Een goede tip is de NIET-strategie: wat doe je niet? Wat wil je niet meer doen, of minder doen? Want je kan pas impact hebben als je op bepaalde activiteiten voldoende inzet. De kans is groot dat een organisatie die haar energie spreidt over heel veel verschillende dingen, uiteindelijk niet zo’n grote impact zal hebben.”
Wat heeft Jeugdzorg Ter Elst geleerd uit het bootcamp? Wat betekent dit voor de organisatie?
Leen Van Dyck: “Als voorbereidende stap zijn we gaan nadenken over de impact die we de komende jaren willen hebben. We hadden wel ideeën, maar het bootcamp hielp om die te verdiepen. Zodat onze focus nu heel scherp staat.”
“Voordien waren we heel erg gericht op onze interne werking, op onze eigen residentiële hulpverleningsvoorzieningen en de begeleidingstrajecten die wij zelf aanbieden. Onze nieuwe strategie richt zich ook op de omgeving. We willen ook andere betrokkenen en hulpverleners versterken. Binnen het onderwijs, de vrijetijdsbesteding van de jongeren, iedereen die op een of andere manier betrokken is. Zodat de jongeren ook daar geholpen worden en niet per se in een residentieel traject terechtkomen.”
Peter Depauw: “Mooi, dat klinkt goed. Zo werkt Jeugdzorg Ter Elst niet meer louter fragmentarisch maar past de werking in een breder geheel. En zo wordt meteen het hele systeem uitgedaagd om een grotere impact te hebben.”
Heeft deze nieuwe strategie zichtbare gevolgen voor jullie werking?
Leen Van Dyck: “Het schrijfwerk is klaar, de strategie ligt op tafel. Nu volgt de uitrol. De volgende vijf jaren zullen we onze operationele doelen bepalen, uitvoeren en opvolgen. Zowel de jongeren als de medewerkers zullen dit voelen.”
Veel sociale ondernemingen zijn met veel verschillende dingen bezig. Zoals een arbeidszorgproject dat aan duurzaam groenbeheer doet maar ook een boerderij, een bakkerij en een winkel uitbaat. Hoe bepaal je dan de focus en de strategie?
Peter Depauw: “Je kan met verschillende activiteiten bezig zijn, als ze maar met elkaar verband houden en werken richting hetzelfde doel. En dat doel mag best ambitieus zijn. Wereldvrede is allicht te vaag en onrealistisch, dus verklein je doel tot iets heel tastbaars. President John F. Kennedy zei in de jaren ’60: ‘We’ll put a man on the moon before the end of the decade’. Dat was een heel duidelijk doel en iedereen bij NASA wist waar hij aan toe was. Niet alleen de ingenieurs. Toen Kennedy tijdens een bezoek aan NASA aan een man met een borstel in de hoek van de ruimte vroeg wat zijn taak was, antwoordde die ‘I’m helping to put a man on the moon’. Die duidelijkheid wensen we elke sociale onderneming toe.”